Desa Nagasepaha
Blijf op de hoogte en volg Jan en Ingrid
18 Augustus 2016 | Indonesië, Kalibukbuk
Het is ontzettend leuk om door dit kleine dorpje van nog geen 1200 inwoners te lopen. Iedereen is er even vriendelijk, spreekt in de regel maar twee woorden Engels, we worden op een aardige manier nagestaard en de lagere school krijgt een half uur langer pauze om al die witte mensen te kunnen bekijken.
De enige blanken die hier komen zijn vrienden/familie van een Australische man die met een lokale schoonheid is getrouwd en een schooltje heeft opgericht waar hij Engelse les geeft. Wij zijn hier dus de bezienswaardigheid.
Ondanks dat het dorpje niet veel inwoners telt, herbergt het veel handwerklui. We worden langs een zilversmid geleid en bezoeken iemand die wajang-poppen met de hand maakt. Verder zien we een werkplaats waar man en vrouw de altaartjes maken die je bij ieder huis ziet. Dit is bijzonder arbeidsintensief werk. Eenmaal klaar, een altaartje “kleien” kost een week of twee, verdienen ze er aardig mee. Als je echter bedenkt dat ze ook veel voorbeelden moeten maken zodat mensen wat te kiezen hebben ….., en de zwarte aarde, grondstof voor hun metselwerk, is behoorlijk prijzig.
Made geeft aan dat hij ons ook langs iemand wil nemen die “glass paintings” maakt. Bij nadere bestudering blijkt het iemand te zijn die prachtige tekeningen maakt, die hij vervolgens inlijst.
De mensen die we tegen komen zijn stuk voor stuk vriendelijk en nieuwsgierig. Made is zichtbaar trots om ons zijn dorp te laten zien. De lunch gebruiken we in de warung van zijn oom. De man is chef-kok geweest van hotels in Denpasar en Ubud en dat kunnen we proeven. Niet eerder zulke lekkere “soto ayam” (heldere kippensoep met groenten) gegeten. De warung zelf ziet er als iedere andere uit: een hutje, een tafel, een kooktoestel en wat krukjes.
De dansvoorstelling die ons beloofd is, kan helaas niet doorgaan. Het gezelschap is gisteren opgeroepen door een of andere overheidsinstantie om in de stad verderop (Singaraja?) een optreden te verzorgen. Enkele oudere mannen en een vrouw spelen wel enkele liedjes op gamelan, blokfluit, gong en (nog) een bamboe-instrument.
De laatste stop die we maken is bij de dorpstempel. Een mooi maar slecht onderhouden complex. Iedereen uit het dorp komt er op gezette tijden offeren. De tempel wordt verder slechts eenmaal per jaar voor een officiële ceremonie gebruikt. Het grote offerfeest in het dorp.
Daarna nodigt Made ons uit om bij hem thuis thee en koffie te komen drinken. Zijn huis ligt tegenover de tempel. Hij vertelt ons dat hij daar met de hele familie woont, wat ons de wenkbrauwen iets doet fronsen. Of de familie is niet zo groot, of ze wonen er met verdraaid veel mensen samen in een klein huisje. Pas na de koffie zien we dat achter het huis zeker nog vier of vijf woningen staan waar de rest van de familie woont. Midden achter op het terrein bevindt zich de familietempel.
Omdat we horen dat de oudste dochter van het echtpaar Made vandaag jarig is en dat dat om 6 uur vanavond gevierd wordt met een grote verjaardagstaart, willen we niet te veel van hun tijd snoepen. We vragen of we bij de Chocolade-fabriek in Kalibukbuk kunnen worden afgezet. De fabriek is vanaf de nationale feestdag tot en met het weekend echter gesloten, dus we gaan terug en laten ons afzetten bij een van de restaurants aan het strand.
Een mooie, intensieve, interessante en in zekere zin unieke dag zit er op. Tijd voor een biertje of wat fris en een hapje eten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley