Van Samosir naar Sipirok
Blijf op de hoogte en volg Jan en Ingrid
02 Augustus 2016 | Indonesië, Sipirok
In drie kwartier steken we over en na drie kwartier rijden stoppen we bij een ananas-plantage. Het gros van ons gezelschap is er van overtuigd dat ananassen aan bomen groeien …. Blijken ze uit struiken te komen. Een korte rondleiding en bezichtiging wordt gevolgd door het aanschaffen en nuttigen van een verse ananas. We denken dat we genept worden waar we bijstaan want we betalen 70 cent.
We rijden door een prachtig landschap. Groen en heuvel/bergachtig. Mooie grote palmbomen en we zien ook de eerste (echte) sawa’s. In terrassen waarbij gebruik gemaakt wordt van een uiterst eenvoudig maar doeltreffend bewateringssysteem.
Op naar de volgende tussenstop. Een oud Batak-dorp, Jangga Dolok, waar we langs een schitterend in het landschap gelegen geasfalteerd pad naar toe lopen. We komen een ulos-verkoopster tegen die haar waar niet aan ons kwijt kan en lopen langs diverse kerkhofjes het dorp in. Helaas zijn de grootste Batak-huizen, nog origineel bekleed met palmvezels, ongeveer een jaar geleden in vlammen opgegaan. We maken kennis met de jongste generatie van het dorp.
Daarna is het op naar Belige. Een belangrijk stadje voor de omgeving omdat men hier van heinde en verre naar toe komt om eenmaal in de week zijn inkopen te doen en eigen (landbouw)waar te slijten. We nemen een kijkje op de lokale traditionele markt. Meer omdat het programma het voorschrijft ….. het stinkt er zo verschrikkelijk dat we er weer snel weg zijn en een cola gaan drinken.
Verder gaat het weer, nu om te stoppen bij een pinda-roosterij. Twee jongens die in een gloeiend hete (wok)pan, gevuld met steengruis en opgestookt door een groot vuur, de hele dag pinda’s in schil zitten te roosteren door ze voortdurend om te scheppen. Ondanks dat we ze diverse malen vriendelijk groeten, zeggen ze helaas geen stomwoord terug. Aan de overkant kopen we een zakje pinda’s voor onderweg.
Het wordt zo langzamerhand tijd voor de lunch, het begint tegen half twee ’s middags te lopen. We stoppen bij een klein Chinees restaurantje. Geen van allen durft het aan om uitgebreid te gaan eten, voornamelijk van de af en toe toch opspelende maag- en darmkrampen. In het reisboek van Tari Travel staat dat het eenvoudig restaurantje is, waar het eten goed, maar smakeloos. Treffender hadden ze het niet kunnen beschrijven: je proeft het verschil niet eens tussen de rijst, de mie en de bijgeleverde groenten.
Lang blijven we dus niet zitten, we willen verder. Nog een keer stoppen we om een paar foto’s te maken van de vergezichten over de heuvels met daar tegenaan gebouwd de sawa’s. Schitterend. Het grootste deel van onze reis rijden we over de Trans Sumatra Highway.
Op een gegeven moment rijden we de streek in waar de Mandailing Batak wonen. Het percentage moslims is in dit gebied 90% en dat is goed te merken. Kwamen we rond Prapat en het eerste stuk daarna nog voornamelijk christelijke kerken tegen, hier zijn het de moskeeën die de klok slaan. We tellen er op een gegeven moment 9 op een strekkende kilometer. Wat ook opvalt is de huizenbouw, totaal verschillend van wat we tot nu toe gezien hebben. Meer steen, meer rechthoekig en plattere daken. Ze lijken wel wat op wat wij in Nederland gewend zijn.
Tegen half vijf ’s middags bereiken we ons hotel Torsibohi even buiten Siporok. Omschreven als eenvoudig, maar we hebben deze reis al voor “hetere vuren” gestaan. En met een schitterend uitzicht. We bestellen voor vanavond allemaal witter rijst met kipsaté en weten nu al dat we het niet laat gaan maken, want morgen moeten we om 0730u vertrekken om te beginnen aan de langste dag uit het programma.
-
04 Augustus 2016 - 15:00
Miranda En Michel:
"arm kindje" schrikt zich rot : grote 'witte' man ;)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley